De familie van der Velden komt oorspronkelijk, begin 1600, uit Schiedam en werd later Gereformeerd. ...
De familie van der Velden komt oorspronkelijk, begin 1600, uit Schiedam en werd later Gereformeerd. Jan van der Velden (1796-1862) was de eerste van de familie die zich met zijn vrouw van de Nederlandse Hervormde Kerk afscheidde en zich aansloot bij de Christelijke Afgescheiden Gemeente te Schiedam. Ook zijn moeder Maria Stolk had zich in 1835 bij deze gemeente gevoegd.
Zijn zoon Cornelis (1829-1915) was aanvankelijk ondermeester in Schiedam, later in 1858 werd hij de eerste hoofdonderwijzer van de in dat jaar gestichte Christelijke School in Bodegraven. Later werd hij hoofdonderwijzer in Ommen, Oldebroek, Oudewater, Ermelo en ca. 1870 in Rotterdam aan de Lombardstraat. Na zijn pensionering was hij nog enige tijd hulponderwijzer in Harderwijk. Hij schreef diverse lees- en schoolboeken voor de christelijke scholen.
Jan Dirk van der Velden (1859-1947), zoon van Cornelis, trad in de voetsporen van zijn vader en werd op 15-jarige leeftijd hulponderwijzer bij zijn vader op de Christelijke School te Oldebroek. In 1882 ging J.D. theologie studeren aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij was een van de oprichters van Demosthenes, het eerste dispuut van het Studentencorps van de VU. Hij werd vervolgens gereformeerd predikant te Buitenpost, Maasland, Middelburg, Klundert en Kralingen.
Hij trouwde met de onderwijzeres Anna Berendina Eberstadt, dochter van de Darbisten-evangelist Johann Carl August Eberstadt uit Winterswijk.
Diverse publikaties heeft J.D. op zijn naam staan welke in het archief zijn terug te vinden, zoals:
"Herinnering van de oude garde van dr. A. Kuyper" (1922), waarin hij zijn bijzondere band als student met professor Kuyper beschrijft; "Losse schetsen uit het pastorale leven" onder het pseudoniem Alfeüs geschreven in 1924. Daarnaast heeft hij nog diverse handgeschreven en gedrukte preken geschreven.
J.D. had eveneens belangstelling voor het christelijke onderwijs. Bij de viering van het 50-jarig bestaan van de VU werd de Gebedsure op 20 oktober 1930 in de Keizersgrachtkerk te Amsterdam door hem gehouden. (zie inv.nr. 33)
Het echtpaar J.D. en Anna Berendina kreeg 8 kinderen, waarvan van Willem Adriaan de meeste stukken in het archief terug te vinden zijn. Hij werd in 1900 te Klundert geboren, maar een jaar later verhuisde hij naar Rotterdam, waar hij tot 1963 gewoond heeft om vervolgens in Huis ter Heide en Zeist te wonen. Hij bezocht de 1e Christelijke HBS en studeerde aan de Handels Hoogeschool, waar hij zijn diploma Handelswetenschappen haalde. Hij was erg actief in zijn studententijd, was oprichter en bestuurslid van de SSR Rotterdam (Societas Studiosorum Reformatorum) en lid en bestuurslid van de NCSV (Nederlandse Christen Studenten Vereniging). Hij trouwde in 1925 met Henderina van Reijn.
Van 1920-1948 was hij werkzaam bij de Rotterdamsche Boaz-Bank, die in 1920 werd opgericht. Later, in 1948 fuseerde de bank met de Haagsche Boaz-Bank tot Zuidhollandse Bank. In 1964 vond er een tweede fusie plaats, n.l. met de Crediet en Effecten bank te Utrecht en werd de naam Verenigde Bankbedrijven, waarvan hij President-Directeur was. (Later is deze bank weer overgenomen door de NMB.) In 1966 nam hij afscheid.
Hij is in zijn leven op allerlei gebied zeer actief geweest en maakte deel uit van besturen van diverse verenigingen en commissies.
In de jaren '30 heeft Willem Adriaan een familie- of vakantiehuis laten bouwen te Zoutelande, "de Wye Blick' genaamd. De familie heeft hier vele jaren doorgebracht. Later kregen zijn kinderen dit huis in hun bezit, waarna het in 1994 verkocht is.
Matthijs van der Velden (1929- ) is de tweede zoon van Willem Adriaan en Henderina. Ook hij is in zijn leven zeer actief. Van 1941-1947 volgde hij de H.B.S. B en vervolgde zijn studie aan de Nederlandse Economische Hogeschool tot 1954, waar hij de bedrijfseconomische richting op ging. Tijdens zijn studententijd zat hij in tal van verenigingen. Hij heeft voor zijn studie enige tijd in Parijs (Marshall-plan) en de Verenigde Staten doorgebracht.
Na zijn studie was hij werkzaam bij het Afrika-Instituut, en heeft hiervoor een groot aantal publikaties op zijn naam staan, w.o. een studie over de toetreding van Engeland tot de EEG en de consequenties voor overzeese gebieden. Van 1959-1964 werkte hij voor Unilever, waarvoor hij ook veel artikelen heeft geschreven betreffende de EEG. Veel van zijn publikaties zijn in het archief terug te vinden.
Vervolgens was hij nog werkzaam bij de Twentsche Bank, Nederlandse Cacao-en Cacaoproducten Vereniging, het Economisch Technologisch Instituut voor Zuid-Holland en de Kamer van Koophandel en Fabrieken Rotterdam e.o.. Vanaf 1965 tot 2006 is hij secretaris-penningmeester van de Nederlandse afdeling van de Europese Liga voor Economische Samenwerking (ELES), vanaf 1993 tot 2009 voorzitter van de G.Ph. Verhagen-Stichting. Hij is lid bestuur ELES- Nederland sinds 2006 en lid van het Central Council European League for Economic Co-operation INT , Brussel sinds. Het archief van de ELES is in het Nationaal Archief te Den Haag te raadplegen, waarvan de inleiding behorend bij de plaatsingslijst in deze inventaris is opgenomen. Een aantal archiefstukken over ELES zijn in dit persoonlijke archief van M. van der Velden te vinden.
De archieven van het Hertoginne-tracé en de ETI Zuid-Holland, waar Matthijs actief was zijn in het Gemeentearchief Rotterdam te raadplegen, alsmede de G.Ph. Verhagen-Stichting/VIR B.V.
Persoonlijk was hij zeer geïnteresseerd in o.a. genealogie en geschiedenis. Hij was in 1984 betrokken bij de Willem van Oranje herdenking. Hij heeft over voornoemde onderwerpen diverse artikelen geschreven.
Hij trouwde in 1961 met Machteld Allaart en kreeg 2 dochters Janien en Willemijn.
Familie Eberstadt
De familie Eberstadt is aanverwant via Anna Berendina Eberstadt, echtgenote van Jan Dirk van der Velden. Het is van oorsprong een joods-duitse familie. Anna Berendina was de dochter van darbisten-evangelist Johann Carl Eberstadt, waarover is gepubliceerd door dr. J.W. Ouweneel. Het archief bevat ook stukken van deze familie, w.o. enige foto's. De gebroeders Carel (1855) en Frederik (Frits) (1866) hadden samen een manufacturenhandel in Winterswijk.
Familie van Reijn
De familie van Reijn is aanverwant via Henderina van Reijn, echtgenote van Willem Adriaan van der Velden, de stamvader is afkomstig uit Nootdorp ca. 1585.
Haar vader, Matthijs van Reijn (1872-1959) werd geboren te Rotterdam. Na zijn schooltijd begon hij in het ambacht van loodgieters bij A.H. Soetmulder aan de Leuvehaven. Hij heeft vervolgens nog bij diverse bazen gewerkt, voor hij zichzelf in 1895 vestigde in een werkplaats in de Oosterstraat, later aan de Hugo de Grootstraat en Lange Warande als M. van Reijn's Loodgietersbedrijf. Zijn bedrijf liep goed omdat er veel gebouwd en uitgebreid werd in de stad. Zijn oudste zoon breidde het bedrijf uit met een zaak in het Westen (Van Citterstraat) en ook in het Oosten van Rotterdam (Lusthofstraat) werd een zaak opgericht om de klanten aldaar te bereiken. In mei 1940 is het pand aan de Hugo de Grootstraat met de hele inventaris en voorraden en het archief door de brand verwoest. Ook zijn jongste zoon is de zaak komen versterken om deze in de toekomst voort te zetten. In 1945 bestond het bedrijf 50 jaar en heeft Matthijs van Reijn de geschiedenis van het bedrijf in een boekje beschreven.
Matthijs van Reijn was in zijn leven o.m. bestuurslid van de Kamer van Koophandel Rotterdam. Hij was diaken, ouderling en lid van de commissie van beheer van de Gereformeerde Kerk. Hij was een der oprichters van de Vredenoordschool.
Hij trouwde met Trijntje Hoogerwerf en kreeg 6 kinderen.